Helderziendheid is het kunnen ‘waarnemen’ van mensen, dingen of gebeurtenissen zonder zintuigelijke prikkels van buitenaf. Het woord ‘waarnemen’ staat tussen aanhalingstekens omdat het bij helderziendheid niet over normale, maar over paranormale waarnemingen gaat. Deze paranormale waarnemingen zijn meestal nogal gaaf en bevatten weinig details. Men gebruikt daarom ook niet graag de term helderziendheid omdat men helemaal niet ‘helder’ ziet. Een betere term is paranormaal waarnemen, dus het waarnemen van dingen die afwijken van het normale.

 

 

Geestesoog of zesde zintuig

 

Helder zien is net zo bekend als helder horen en helder voelen. Het verschil is dat het helder zien op een paranormale wijze gebeurt. Dit wil zeggen dat je hierbij geen gebruik maakt van de werking van je ogen, maar van je derde oog, ook wel geestesoog of zesde zintuig genoemd. Dit oog bevind zich ergens in het midden van het voorhoofd. Je ziet een beeld, gebeurtenis of situatie als een klein filmpje voor het geestesoog verschijnen dat zowel betrekking kan hebben op heden, verleden of toekomst. Dit gebeuren noemt men het schouwen. De helderziende kan niet alleen zien in heden, verleden en toekomst, maar ook in de gedachten van andere mensen. Er wordt dus onderscheid gemaakt dus helderziendheid in de tijd (heden, verleden en toekomst), en helderziendheid in de ruimte (gedachten van anderen). Als de helderziendheid zich bij een persoon ontwikkelt voelt deze vaak een pijnlijke plek op het voorhoofd omdat het derde oog zich daar bevindt. Om de pijn te verzachten moet men met de middelvinger en wijsvinger van de rechterhand het voorhoofd even masseren.

 

 

 

Carl Jung

 

 

Uitspraken van helderzienden worden vaak niet serieus genomen omdat men ze niet begrijpt. Al verschillende eeuwen hebben helderziende vragen kunnen beantwoorden zonder te kunnen zeggen hoe ze daartoe kwamen. Hier kwam verandering in door Carl Jung, een psycholoog uit de 20ste eeuw. Jung geloofde erin dat ieder mens bij de geboorte, die op een bepaald tijdstip voorvalt, de eigenschap van dat tijdstip meekrijgt. Zo wordt volgens hem ook ons innerlijk gevormd. Wij dragen allemaal de stempel van de tijd en plaats waarop we ter wereld kwamen, een tijd en plaats die onze individuele lotsbeschikking bepaalt. Hij was ook de eerste die zei dat helderziendheid alleen mogelijk was als je on contact stond met jezelf. Je moet jezelf dus door en door kennen, en innerlijke rust vinden voordat je kunt waarnemen met je geestesoog. Als we bijvoorbeeld worstelen met levensvragen komt dat doordat we onze innerlijke kennis van de waarheid laten beïnvloeden door mensen, gebeurtenissen,… van buitenaf. In dit geval wil dat zeggen dat je nog niet in staat bent om paranormale dingen waar te nemen. Volgens Jung moeten helderzienden hun intuïtief vermogen kunnen volgen. Dit intuïtief vermogen wordt bij de opvoeding verdrongen omdat volwassen hun kinderen leren dat de verbeelding, onze fantasie, niet echt is. Volgens hen is onze verbeelding dus onbetrouwbaar en niet gebaseerd op de echte wereld. We negeren daardoor onze intuïtieve boodschappen naarmate we opgroeien, terwijl het intuïtief vermogen één van de betrouwbaarste informatiebronnen is binnen zichzelf. Weten zonder redeneren, dus zonder tussenkomst van het verstand, is volgens Carl Jung ook heel belangrijk bij helderziendheid. Hij heeft namelijk bewezen dat de meeste mensen alleen hun linkerhersenhelft gebruiken, terwijl de rechterhersenhelft even belangrijk is. De rechterhersenhelft bevat de intuïtie en de gevoelens, deze helft ‘weet ‘dus alles, terwijl de linkerhelft, die de verstandelijke functies bevat, ‘denkt’.

 

 

Dromen

 

 

 

Niet iedereen kan dus helder zien, maar iedereen kan wel dromen. Dromen zijn namelijk ook een vorm van helderziendheid. Ze hebben een betekenis en kunnen gebeurtenissen voorspellen.